Totaal aantal pageviews

vrijdag 20 april 2012

De operatie

De tijd voor de operatie verloopt rustig. Ik ben niet bang of angstig en zie niet echt tegen de operatie op. Met het vertrouwen dat God bij mij is, leef ik naar de operatie toe. Ik heb Hem gevraagd of ik de nacht vóór de operatie niet wakker hoef te liggen en wat denk je? Ik slaap als een roos. Net als de dichter van Psalm 3: "Ik lag en sliep gerust, van 's Heeren trouw bewust." Na een goede nachtrust gaan we de volgende dag op weg naar het ziekenhuis. Eerst moeten we naar Dordrecht, naar het Albert Schweitzer Ziekenhuis, locatie Amstelwijck. Hier moet een radioactieve vloeistof ingespoten worden, die de schildwachtklier duidelijk zichtbaar zal maken. Gelukkig lukt dit goed. Dan gaan we op weg naar Gorinchem, het Beatrixziekenhuis. Daar wordt eerst een ijzerdraadje in de tumor ingebracht, zodat de chirurg precies kan zien, waar deze zit. Ook dit valt best mee, het is lang niet zo erg als ik had gedacht. Als dat gebeurd is, mogen we zelf naar de afdeling lopen waar ik opgenomen zal worden, voordat ik naar de operatiekamer gebracht wordt. Als we de zaal oplopen, zien we daar onze kennis uit de kerk al liggen. Zij heeft de operatie al achter de rug en is nog erg slaperig. We liggen dus naast elkaar op de zaal! In ieder geval een stukje bekendheid! Nadat alle gegevens door de verpleegkundige zijn doorgenomen moet ik mijn operatiejasje aan gaan doen en dan maar afwachten tot ik word opgehaald. Gelukkig heb ik nog steeds geen last van zenuwen.Ik laat alles rustig over mij heenkomen.

 Al heel snel wordt ik opgehaald om me voor te bereiden voor de operatie. Daar ga ik dan! Henk loopt mee naar de lift. Met zijn allen gaan we de lift in en dan komt het moment dat je elkaar los moet laten. Die blik van mijn lieve Hendrik, zal ik niet snel vergeten. Dan moet je elkaar laten gaan, ieder een kant op, alleen. Hoewel, .... niet alleen, nee, in de handen van mijn Hemelse Vader, die over mij zal waken! Maar ...als we zo verder gaan, begint er toch ineens wat te knijpen in mijn buik en direct begin ik te bidden of de Heere dat weg wil nemen en bij mij wil blijven. En ...... weg is het, direct! In alle rust ga ik verder en worden de  voorbereidingen getroffen voor de operatie. Op de operatietafel wensen ze me een fijne droom toe en dan loopt de narcose in mijn aderen. Het laatste wat ik weet is dat ik hevig begin te hoesten van een of ander gas  die in mijn longen komt en dan ....... weet ik niets meer.

Langzaam kom ik bij, ik hoor van alles om mij heen. Voorzichtig  probeer ik te kijken, maar het lukt nog niet. Mijn ogen willen nog niet open. Heel langzaam probeer ik het steeds weer, maar te veel om me heen kijken moet ik niet doen, want dan wordt mijn maag zo weeïg! Ondanks de medicijnen tegen de misselijkheid die ik vooraf heb gekregen, blijft mijn maag toch een beetje opspelen. Voorzichtigheid is dus geboden. Als een van de laatsten word ik teruggebracht naar de zaal. Ondertussen ben ik al aardig bijgekomen en wat mij direct opvalt is de pijn in mijn oksel. Ik had verwacht dat de borstwond pijnlijk zou zijn, maar die voel ik niet. Alleen een snijdende pijn, waar de schildwachtklier is weggehaald. Dit valt me behoorlijk tegen! Ik durf mijn arm amper te bewegen.

Het is ondertussen tegen vijf uur in de middag en er komt iemand langs met warm eten. Een klein beetje wil ik toch wel proberen, want ik begin wel te voelen dat ik de hele dag nog niets op heb. Henk is ondertussen naar huis gegaan om te gaan eten en het één en ander door te bellen. We krijgen te horen dat we naar huis mogen als ik een stukje heb gelopen en naar het toilet geweest ben. Nou dat hoeven ze mij geen tweede keer te zeggen. Mijn buurvrouw is direct na het eten al naar huis gegaan en ik ben echt van plan om haar voorbeeld te volgen. Snel frommel ik mijn duster om me heen en probeer in mijn sloffen te stappen. Voorzichtig, zonder dat er een zuster bij is, schuifel ik naar het toilet, net buiten de zaal. En ja hoor, het gaat! Ik word niet duizelig. Ik geef het gauw door aan de zuster en zij zegt dat ik dan inderdaad naar huis mag. Snel bel ik Henk, dat hij me direct op kan komen halen. Ik blijf geen moment langer in dat zweterige ziekenhuisbed. Er gaat niets boven je eigen bedje thuis. Daar is het 's nachts tenminste rustig. Om half 9 is Henk er, inclusief rolstoel. Jawel, .... ik word netjes in de rolstoel naar de auto gereden. Laat Hendrik maar zorgen!

Om 9 uur 's avonds zijn we thuis. En daar zit ik dan, op de bank. Nu voel ik pas hoe moe ik ben en ook dat ik heel veel pijn heb. Ik moet van Henk direct naar bed! En dat doe ik graag. Met een sterke pil, die de pijn goed verdooft, want alleen met een een paar paracetamollen weet ik zeker dat ik niet in slaap kom. Ik voel me nu echt ziek van de pijn en moet m'n best doen om niet een potje te gaan liggen huilen. Maar dat hoort er misschien wel bij!?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten